Brabbelen worden kwebbelen

Meike is de laatste maanden een echt peutertje aan ‘t worden. Je ziet haar hele postuur veranderen, maar ook de verhoudingen van haar lichaam worden anders. Haar gezicht is wat smaller aan ‘t worden en ze gaat de lengte in. Springen op alle verschillende manieren is haar favoriete bezigheid (liefst natuurlijk op springkussens of trampolines) en daardoor raakt ze haar babyspekjes langzaam kwijt.

Op KDV is ze weer herenigd met haar vriendinnetje van de babygroep. Ook daarin zien we een verandering in spel: als ‘baby’ waren ze echte meiden; ze konden niet zonder maar ook niet met elkaar. Nu zijn ze weer de wat jongere peuters op de groep en pakken ze zich goed samen om te spelen en kletsen. Ondanks dat ze één van de jongsten is, laat ze zich qua speeldurf niet de kaas van de boterham eten. Ze gaat met het grootste gemak de hoogste speelhuisjes in en de glijbanen weer af. Hoe sneller en gekker, hoe beter! Het is een echt aapje aan ‘t worden. Bij een recent bezoek aan de Ikea hing ze als een aapje te slingeren aan een paar ijzeren buizen die daar het publiek moesten geleiden.

De laatste weken is het wel echt even wennen geweest met afscheid nemen. Ook daarin is ze een nieuwe hechtingsfase ingegaan. Af en toe is ze echt verlegen voor bekende en zeker onbekende mensen. Ze is bij haar peutergroep gelukkig wel op haar gemak: afscheid was even moeilijk, maar daarna lekker spelen en ‘s avonds krijgen de juffen meestal een dikke knuffel en kus bij het afscheid nemen.

Kletsen is ook iets wat elke dag weer veranderd en beter wordt. Het is nog steeds zo dat je bij bepaalde termen en woorden uit ervaring en context moet afleiden wat ze precies bedoeld, maar bij b.v. het broodbeleg hoeft dat al niet meer: ‘sem’, ‘haaslag’ (hagelslag), ‘kaasj’ (al is de k wat zachter dan de onze). Alle bestek is (nog steeds) ‘sjep’; en ‘t belangrijkste vooral ‘mij sjep’. Ze laat zich het boterham smeren nog maar moeilijk afnemen. ‘koek’ is al wat lekker is en tussendoor kan/mag. We eten ‘s avonds ‘wamm’ eten en overdag is het ‘gout’/’tout’ (harde g). Mama en papa zijn bekend; mapa zijn we samen. ‘Basje’ is haar broertje. Alle andere mensen (inclusief de echte) zijn opa en oma.

‘t Is wel echt een twee=nee affaire aan ‘t worden. ‘Neij’ ligt voor in de mond; ook voor dingen die eigenlijk wel ‘ja’ zouden moeten zijn. Meestal wordt die nee dan snel nog ingeslikt en alsnog door een duidelijk ‘ja’ vervangen. Maar het is nu wel echt puzzelen om haar op een handige manier in het gareel te houden. Zeker als mame én Meike allebei moe zijn, dan is het nog wel eens doorbijten voor beide dames en zitten ze elkaar goed in de weg. Soms gaat ze al eens (post-hoc) preventief in ‘t hoekje staan; soms moet je haar echt even neerzetten en een strenge boodschap overbrengen om duidelijk te krijgen wat er misging of wat er niet mocht.

Ze is wel meestal heel lief voor Bas en helpt Sigrid ook graag met de verzorging. Speelgoed aandragen, soms iets afpakken (maar dan wel iets anders aanreiken). Het is ook geweldig om te zien hoe ze elkaar onuitgesproken begrijpen: ze liggen vaak gezamelijk in een deuk om elkaars fratsen. Helaas is het ons nog niet gelukt om zo’n moment op een leuk filmpje vast te leggen.

Klik op één van de kleine fotootjes om ze te vergroten. In het volgende scherm kun je dan de andere foto’s bekijken door op de pijltjes links en rechts van de foto te klikken.